Levensverhaal van Matteo


Matteo De Roover – 9 juni 2011 – 13 juli 2011

Pasen 2011 was een zonnige periode. Heerlijk om onder die stralende zon alles te regelen voor de geboorte van ons eerste kindje: geboortekaartjes bedenken, meubeltjes kiezen voor de kinderkamer, adressen verzamelen,… we genoten volop van de zonnige dagen en van die eerste zwangerschap!

Hoewel een kindje verwachten een overweldigend mooie periode is, telden we de laatste weken van de zwangerschap toch af naar het toekomstige ouderschap, want we maakten ons wat zorgen over het lage gewicht. Met tussentijdse opvolging aan de monitor en zolang de baby bewoog, stelde de gynaecoloog ons echter gerust.

Op zes juni werd er een laatste echo uitgevoerd. Omdat de baby toch eerder aan de kleine kant werd geschat (2.6 kg) werd er beslist om de 40 weken zwangerschap niet te overschrijden en de bevalling in te leiden. Het werd een lange bevalling, die uiteindelijk uitdraaide op een spoedkeizersnede. In het operatiekwartier dachten we maar aan één ding: eindelijk ons zoontje bij ons in de armen kunnen nemen!

Maar ons kindje werd onmiddellijk na de geboorte weggebracht! Geen baby in onze armen, geen pasgeboren zoon op mama’s borst. Papa Matthias mocht mee bij de kinderarts en gaf ons zoontje de naam Matteo.

Matthias stond er maar machteloos een beetje op toe te kijken. Op hoe de dokters Matteo bestudeerden, testjes uitvoerden, onder elkaar aan het ratelen waren en hem behoorlijk nerveus wisten te maken. Een vroedvrouw merkte op dat hij het noorden kwijt was en bracht hem terug bij mij. Hij wist niet wat te zeggen tegen mij. Aan zijn blik merkte ik direct dat er iets scheelde. Ik wilde Matteo zien en de dokter. Maar de vroedvrouw kwam ons vertellen dat Matteo tè zwak was en beter onmiddellijk extra zorgen kon toegediend krijgen.

Zo werd ons jonge gezinnetje onmiddellijk gesplitst: Matteo bij de dokters voor verder onderzoek, papa werd naar de kamer gestuurd en ik werd naar de recovery gebracht, helemaal in shock. We wisten niet wat ons overkwam.

Pas de volgende ochtend kregen we van de kinderarts te horen dat Matteo zwaar ziek was. Ze noemde een ziekte, waarvan we nog nooit gehoord hadden. Maar die ziekte was slechts een vermoeden. We stelden honderden vragen, maar kregen geen enkel antwoord. De artsen stonden voor een raadsel en verwezen ons door naar UZ Gent.

Opnieuw werden we in drie verdeeld: Matteo in speciaal transport, Matthias met onze wagen en ik in de ambulance. UZ Gent werd onze nieuwe thuis. Neonatologie Matteo’s slaapkamer. Het zag er allemaal zo onwezenlijk uit. We ondergingen de eerste dagen verstomd en verslagen. Geen bloemen of kaartjes op de kamer, geen vrolijke bezoeken, geen champagne, geen suikerbollen. Die stonden thuis nochtans allemaal mooi verpakt klaar.

Het waren artsen, onze ouders, broers, zussen en sociaal assistenten, die ons in die moeilijke dagen probeerden te begeleiden. Maar vooral Matteo zorgde ervoor dat we doorgingen. Hij was een vechtertje, hij gaf ons de moed om door te gaan. Toch was het vaak moeilijk om te aanvaarden dat alles anders was: geen borstvoeding maar melk afkolven, geen flesjes geven, maar sondevoeding, geen guitige pakjes, want zijn lichaampje zat helemaal onder de kabeltjes en draadjes, geen baby mee naar huis, maar dagelijks naar het ziekenhuis, geen maxicosi aan de arm, maar steeds een monitor in de buurt. De realiteit kwam bikkelhard aan.

We grepen ons steeds weer vast aan het feit dat onze jongen niet in levensgevaar was en dat hij geen pijn had. Maar de onzekerheid over welke ziekte hij nu juist had, knaagde. We leefden in de hoop dat zijn ziekte eerstdaags zou gevonden worden en dat zo de juiste behandeling zou kunnen opgestart worden. We maakten zelfs al plannen voor de dag dat Matteo naar huis zou mogen komen, ook al wisten we niet onder welke omstandigheden. Alles was één groot vraagteken.

Slechts één zekerheid hadden we: Matteo zou omringd worden met heel veel liefde en de allerbeste zorgen.


We leerden al snel dag per dag te leven. De ene dag werden we aangenaam verrast door de vooruitgang die Matteo geboekt had, de volgende dag kregen we te horen dat Matteo slechte waarden had. Hoop en angst, blijdschap en verdriet wisselden elkaar continue af. Het was dus steeds bang binnenkomen op neonatologie.

De gesprekken met de arts metabole aandoeningen draaiden steeds weer uit op tranen. Geen vooruitgang, geen nieuws, geen diagnose, geen behandeling, geen naam voor deze zeldzame –waarschijnlijk erfelijke – ziekte… Een lijdensweg. Een lijdensweg om je eigen kind te zien lijden, want Matteo kreeg het steeds moeilijker. Hij liep de ene infectie na de andere op. Antibiotica werd een dagelijkse noodzaak en zijn gewicht daalde steeds sneller.

Met het adeno-virus werd Matteo in afzondering gelegd. Daar huilde hij nog meer, alsof hij wist dat hij nu alleen lag in een zielig, veel te klein kamertje.

Matteo was moegestreden en wij voelden het aankomen. Een hartfalen en hoge koorts die niet meer verdween, zorgden ervoor dat de artsen hem aan de beademing moesten leggen. Ons zoontje daar zo zien liggen, met een bakje morfine naast zijn knuffelbeer heeft ons hart gebroken.

Vijf weken na de geboorte van Matteo moesten we al terug afscheid van hem nemen. In het bijzijn van onze familie, werd Matteo de laatste avond voor zijn overlijden gedoopt in datzelfde zielige kamertje, met een flesje fysiologisch water en een nietszeggend tekstje… vastgebonden met armpjes en beentjes, met enkel een pamper aan… terwijl er thuis al maanden een prachtig pakje voor hem in zijn kast lag, om op zijn doopsel te dragen…


De dag erna is Matteo in mijn armen gestorven. Wat overbleef was zijn gezichtje, zonder pijn, zijn lichaampje, niet langer verkrampt, zijn handjes niet langer gespannen en wij… met een enorme leegte. Bang voor de toekomst… een toekomst zonder Matteo in onze armen, maar een toekomst met Matteo voor altijd in ons hart.


Cynthia

Mama van Matteo